Vertaal
Naar andere talen: • Variieren > ENVariieren > ESVariieren > FR
Vertalingen Variieren DE>NL

variieren

werkw.
Uitspraak:  [variˈ|iːrən]

1) verschieden sein - variëren
Die Zinssätze für Darlehen variieren je nach Verwendungszweck. - De rentestand voor leningen varieert afhankelijk van het doel.

2) etw. abwandeln, leicht ändern - variëren
ein musikalisches Thema variieren - variaties op een muzikaal thema maken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
variieren (ww.) afwisselen (ww.) ; herzien (ww.) ; omgaan met (ww.) ; uiteenlopen (ww.) ; variëren (ww.) ; veranderen (ww.) ; verkeren (ww.) ; verschillen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; wijzigen (ww.) ; wisselen (ww.)
Variieren varieren van a tot b
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Variieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abwandeln
DE: abwechseln
DE: abändern
DE: amendieren
DE: Anfertigen
DE: ausbauen
DE: auswirken
DE: bilden
DE: eintauschen
DE: entarten