Vertalingen umkommen DE>NL
umkommen
werkw.
1) ums Leben kommen -
omkomen Bei dem Zugunglück sind über hundert Menschen umgekommen. - Bij het treinongeluk zijn er meer dan honderd mensen omgekomen. |
2) deel van de uitdrukking: vor etw. umkommen (=etw. nicht oder kaum aushalten) - omkomen
Ich komme um vor Hunger / Hitze / Langeweile! - Ik kom om van de honger / warmte / verveling!
|
3) deel van de uitdrukking: nichts umkommen lassen (=alles aufessen) - alles opeten
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
umkommen (ww.) | bezwijken (ww.) ; doodgaan (ww.) ; hongeren (ww.) ; hongerlijden (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; omkomen (ww.) ; ondergaan (ww.) ; overlijden (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; sterven (ww.) ; vallen (ww.) ; verhongeren (ww.) ; verongelukken (ww.) ; verrekken (ww.) ; wegvallen (ww.) ; zinken (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `umkommen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: dahingehenDE: dahinscheidenDE: den letzten Atem aushauchenDE: einsinkenDE: entschlafenDE: erliegenDE: fallenDE: herunterrutschenDE: HinscheidenDE: Hunger leiden