Vertalingen hinscheiden DE>NL
hinscheiden (ww.) | doodgaan (ww.) ; heengaan (ww.) ; inslapen (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; omkomen (ww.) ; ontslapen (ww.) ; overlijden (ww.) ; sterven (ww.) ; verscheiden (ww.) |
das Hinscheiden | het afsterven ; het sterfgeval ; de sterfte (v) ; tenietgaan (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hinscheiden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abkratzenDE: absterbenDE: einschlafenDE: einschlummernDE: entschlafenDE: erliegenDE: fortgehenDE: hingehenDE: SterbefallDE: sterben