Vertalingen sperren DE>NL
sperren
werkw.
1) verhindern oder verbieten, dass jemand darauf fährt -
versperren Die Polizei hat die Autobahn sperren lassen. - De politie heeft de autosnelweg laten versperren. |
2) die Benutzung verhindern -
blokkeren Ihnen wurde der Strom gesperrt, weil sie die Rechnungen nicht bezahlt haben. - U werd afgesloten van de stroom omdat u de rekeningen niet betaalt heeft. |
3) deel van de uitdrukking: jemanden / ein Tier irgendwohin sperren (=jemanden / ein Tier irgendwo einsperren) - iemand / een dier opsluiten
einen Gefangenen in eine Zelle sperren - een gevangene in een cel opsluiten
|
4) einem Sportler verbieten, für eine bestimmte Zeit an Wettkämpfen teilzunehmen sport -
schorsen Der Spieler ist für die nächsten zwei Spiele gesperrt. - De speler is voor de volgende twee wedstrijden geschorst. |
5) deel van de uitdrukking: sich (gegen etw.) sperren (=etw. ablehnen) - afwijzen
sich gegen jds Vorschläge sperren - iemand zijn voorstellen afwijzen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sperren (ww.) | op slot doen (ww.) ; afgrendelen (ww.) ; afsluiten (ww.) ; blokkeren (ww.) ; borgen (ww.) ; dichtdoen (ww.) ; dichten (ww.) ; dichtmaken (ww.) ; dichtstoppen (ww.) ; grendelen (ww.) ; locken (ww.) ; op slot zetten (ww.) ; remmen (ww.) ; sluiten (ww.) ; stoppen (ww.) ; stremmen (ww.) ; toedoen (ww.) ; toemaken (ww.) ; toetrekken (ww.) ; vergrendelen (ww.) |
das Sperren | de spatiëring (v) |
sperren | meer wit in de tekst brengen ; afspatiëren ; beletten ; bevriezen ; bezet maken ; blokkeren ; blokkering ; interliniëren ; koppeling ; meer wit aanbrengen ; afsluiten ; niet-beschikbaar maken ; spatiëren ; sperren ; spervoorwaarde ; stagnatie ; tegenhouden ; uitdrijven ; versperren ; vertragen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sperren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abdichtenDE: abschliessenDE: absperrenDE: blockierenDE: isolierenDE: spationierenDE: verrammelnDE: verriegelnDE: versperrenDE: verstopfenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
sperren
NL: tegenstribbelen, zich verzetten