Vertaal
Naar andere talen: • verriegeln > ENverriegeln > ESverriegeln > FR
Vertalingen verriegeln DE>NL

verriegeln

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈriːgəln]

mit einem Riegel verschließen - vergrendelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verriegeln (ww.) borgen (ww.) ; dichtmaken (ww.) ; grendelen (ww.) ; locken (ww.) ; sluiten (ww.) ; toedoen (ww.) ; toemaken (ww.) ; toetrekken (ww.)
verriegeln afhankelijk maken ; op slot doen ; vergrendelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `verriegeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abdichten
DE: abschliessen
DE: absperren
DE: isolieren
DE: schließen
DE: siegeln
DE: sperren
DE: verrammeln
DE: verschließen
DE: versiegeln