Vertaal
Naar andere talen: • speisen > ENspeisen > ESspeisen > FR
Vertalingen speisen DE>NL

speisen

werkw.
Uitspraak:  ʃpaizən]

1) deel van de uitdrukking: eten
Wir haben dort ausgezeichnet gespeist. - Wij hebben daar voortreffelijk gegeten.
Speisesaal - restaurant

2) arme Menschen mit Nahrung versorgen - eten , voeden
die Hungrigen speisen - de hongerige voeden

3) mit Energie, Wasser o. Ä. versorgen - voeden
eine aus / von Windenergie gespeiste Funkstation - een door van windenergie voorziene radiostation
Die Trinkwasserspeicher werden aus dem Fluss gespeist. - Het drinkwaterreservoir wordt vanuit de rivier gevoed.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
speisen (ww.) tegoed doen (ww.) ; opvreten (ww.) ; prooizoeken (ww.) ; schransen (ww.) ; schrokken (ww.) ; spijzen (ww.) ; spijzigen (ww.) ; tafelen (ww.) ; te eten geven (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; tot zich nemen (ww.) ; uitgebreid eten (ww.) ; verorberen (ww.) ; voeden (ww.) ; voederen (ww.) ; voeren (ww.) ; vreten (ww.) ; zitten proppen (ww.) ; opeten (ww.) ; azen (ww.) ; bikken (ww.) ; bunkeren (ww.) ; consumeren (ww.) ; dineren (ww.) ; eten (ww.) ; eten geven (ww.) ; gebruiken (ww.) ; kluiven (ww.) ; knauwen (ww.) ; leegeten (ww.) ; naar binnen werken (ww.) ; nuttigen (ww.)
Speisen (mv.) gerechten (mv.)
speisen opwekken ; voeden ; toevoeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `speisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufbrauchen
DE: aufessen
DE: Auffressen
DE: aufknabbern
DE: aufzehren
DE: auswärts essen
DE: auswärts speisen
DE: bunkeren
DE: die Abendmahlzeit einnehmen
DE: dinieren