Vertaal
Naar andere talen: • spannen > ENspannen > ESspannen > FR
Vertalingen spannen DE>NL

spannen

werkw.
Uitspraak:  ʃpanən]

1) so ziehen, dass es straff wird (und irgendwo befestigen) - spannen
Der Löwe spannte die Muskeln zum Sprung. - De leeuw spande zijn spieren om te springen.
Ihre Nerven waren zum Zerreißen gespannt. - Haar zenuwen waren zo gespannen dat ze bijna scheuren.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. irgendwohin spannen

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking ein Tier an / vor etw. spannen

4) zu eng sein - spannen
Der Rock spannt am Bund. - De rok knelt bij de band.

5) straff werden - spannen
Das Seil spannte sich. - Het touw spande zich.

6) deel van de uitdrukking: bemerken
Jetzt hat er endlich gespannt, dass sie was von ihm will. - Nu heeft hij eindelijk gemerkt dat zij wat van hem wil.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
spannen (ww.) knellen (ww.) ; krammen (ww.) ; met een kram vastmaken (ww.) ; opspannen (ww.) ; spannen (ww.) ; strak zitten (ww.)
spannen aandraaien ; inklemmen ; inspannen ; instellen ; spannen ; vastschroeven
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `spannen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anspannen
DE: anziehen
DE: aufspannen
DE: aufziehen
DE: Ausschau halten
DE: ausschauen nach
DE: begehren
DE: beziehen
DE: dehnen
DE: fiebern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: eine spannende Erzählung NL: een spannend verhaal
DE: ich bin gespannt NL: ik ben benieuwd, een en al oor