Vertalingen spannen DE>NL
spannen
werkw.
1) so ziehen, dass es straff wird (und irgendwo befestigen) -
spannen Der Löwe spannte die Muskeln zum Sprung. - De leeuw spande zijn spieren om te springen. Ihre Nerven waren zum Zerreißen gespannt. - Haar zenuwen waren zo gespannen dat ze bijna scheuren. |
2) deel van de uitdrukking: etw. irgendwohin spannen (=etw. irgendwo einklemmen) - vastklemmen
ein Stück Holz in den Schraubstock spannen - een stuk hout vastklemmen in de bankschroef
|
3) deel van de uitdrukking: ein Tier an / vor etw. spannen (=ein Tier an einen Wagen o. Ä. binden, damit es ihn zieht) - een dier inspannen / voorspannen
die Pferde vor die Kutsche spannen - de paarden voor de koets inspannen
|
4) zu eng sein -
spannen | Der Rock spannt am Bund. - De rok knelt bij de band. |
5) straff werden -
spannen | Das Seil spannte sich. - Het touw spande zich. |
6) deel van de uitdrukking: bemerken | Jetzt hat er endlich gespannt, dass sie was von ihm will. - Nu heeft hij eindelijk gemerkt dat zij wat van hem wil. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| spannen (ww.) | knellen (ww.) ; krammen (ww.) ; met een kram vastmaken (ww.) ; opspannen (ww.) ; spannen (ww.) ; strak zitten (ww.) |
| spannen | aandraaien ; inklemmen ; inspannen ; instellen ; spannen ; vastschroeven |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `spannen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anspannenDE: anziehenDE: aufspannenDE: aufziehenDE: Ausschau haltenDE: ausschauen nachDE: begehrenDE: beziehenDE: dehnenDE: fiebernUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine
spannende Erzählung
NL: een spannend verhaalDE: ich bin gespannt
NL: ik ben benieuwd, een en al oor