Vertaal
Naar andere talen: • spannen > ENspannen > FRspannen > NL
Vertalingen spannen DE>ES
spannen (ww.) alargar (ww.) ; apretar ; armar ; ceder (ww.) ; contraer (ww.) ; enganchar (ww.) ; engrapar (ww.) ; estirar ; lañar ; quedar ceñido ; tensar (ww.) ; tirar (ww.)
Spannen ensanchamiento ; ensanche ; fijar ; sujetar
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `spannen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anspannen
DE: anziehen
DE: aufspannen
DE: aufziehen
DE: Ausschau halten
DE: ausschauen nach
DE: begehren
DE: beziehen
DE: dehnen
DE: fiebern