Vertaal
Naar andere talen: • separieren > ENseparieren > ESseparieren > FR
Vertalingen separieren DE>NL
separieren (ww.) afscheiden (ww.) ; afsplitsen (ww.) ; afzonderen (ww.) ; isoleren (ww.) ; scheiden (ww.) ; separeren (ww.) ; splitsen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `separieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Absondern
DE: abspalten
DE: abtrennen
DE: aussondern
DE: isolieren
DE: scheiden
DE: trennen