Vertalingen Schieben DE>NL
schieben
werkw.
1) etw. / jemanden durch Drücken wegbewegen -
schuiven einen Tisch zur Seite schieben - een tafel aan de kant schuiven eine Pizza in den Ofen schieben - een pizza de oven inschuiven vom Fahrrad absteigen und schieben - van de fiets afstappen en duwen Schiebetür - schuifdeur |
2) deel van de uitdrukking: sich irgendwohin schieben (=an anderen / anderem vorbei irgendwohin gelangen) - naar voren wringen
Er schob sich durch das Gedränge nach vorn zur Theke. - Hij wrong zich door het gedrang naar de bar.
|
3) deel van de uitdrukking: etw. auf jemanden / etw. schieben (=jemanden / etw. zu Unrecht für etw. Negatives verantwortlich machen) - iets afschuiven
seine Verspätung auf den Verkehr schieben - de oorzaak van zijn te laat komen afschuiven op het verkeer
|
etw. (weit) von sich schieben (=etw. ablehnen, nichts damit zu tun haben wollen) - van zich af schuiven
Sie schob den Vorschlag / Vorwurf weit von sich. - Zij schoof het voorstel / verwijt ver van zich af.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schieben (ww.) | karren (ww.) ; zwart verhandelen (ww.) ; voortschuiven (ww.) ; stoten (ww.) ; schuiven (ww.) ; presteren (ww.) ; porren (ww.) ; kruien (ww.) ; knorrend geluid maken (ww.) ; knorren (ww.) ; functioneren (ww.) ; een prestatie leveren (ww.) ; een por geven (ww.) ; duwen (ww.) ; dringen (ww.) ; aanduwen (ww.) |
Schieben | schrikbeweging ; voortrollen ; terugzetten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Schieben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abschiebenDE: abwälzenDE: brodelnDE: brummelnDE: brummenDE: brutzelnDE: dringenDE: eine Leistung lieferenDE: fahrenDE: funktionierenUitdrukkingen en gezegdes
DE: Kohldampf
schieben
NL: (spreektaal) honger lijdenDE: Wache
schieben
NL: (spreektaal) wacht kloppen