1. MWB
  2. Vertalen
  3. schalten (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schalten > EN • schalten > ES • schalten > FR
Vertalingen schalten DE>NL

schalten

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃaltən]

1) in einen anderen Betriebszustand versetzen - schakelen
den Fernseher auf Standby schalten - de tv op standby zetten
den Herd höher / niedriger schalten - de verwarming hoger / lager draaien

2) in einen anderen Betriebszustand wechseln - schakelen
Die Heizung hat schon auf Nachtbetrieb geschaltet. - De verwarming is al in de nachtstand geschakeld.
Die Ampel schaltet auf Grün. - Het verkeerslicht springt op groen.

3) den Gang wechseln - schakelen
in den vierten Gang / Rückwärtsgang schalten - in de vierde versnelling / achteruit schakelen
Schalte doch endlich mal! - Schakel toch eindelijk eens!

4) eine Verbindung herstellen radio, tv - schakelen
ins Studio / Stadion schalten - naar de studio / het stadion schakelen

5) verstehen und entsprechend reagieren - schakelen
Leider hatte ich nicht gleich geschaltet und meine Bedenken geäußert. - Jammer genoeg had ik niet omgeschakeld en mijn twijfel geuit.

6) veröffentlichen - publiceren

7) deel van de uitdrukking:
uitdrukking schalten und walten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schalten (ww.) de overhand hebben (ww.) ; heersen (ww.) ; inpassen (ww.) ; invoegen (ww.) ; naar een andere versnelling overgaan (ww.) ; neerleggen (ww.) ; omschakelen (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; overgaan op nieuwe rijbaan (ww.) ; overschakelen (ww.) ; passen in (ww.) ; schakelen (ww.)
schalten aansluiten ; schakelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `schalten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ablegen
DE: abstellen
DE: anbringen
DE: auf eine neue Fahrbar wechseln
DE: aufstellen
DE: betten
DE: die Oberhand haben
DE: einbauen
DE: einbetten
DE: einen anderen Gang einlegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: schalten und walten NL: doen en laten wat men wil