I leicht

bijv.naamw.

Uitspraak:

[laiçt]

1) von geringem Gewicht - licht , (ge)makkelijk

Der Junge ist sehr leicht für sein Alter. - De jongen is heel licht voor zijn leeftijd. Leichtmetall - licht metaal

2) einfach, keine Probleme bereitend - licht , (ge)makkelijk

Das ist keine leichte Entscheidung. - Dat is geen gemakkelijke beslissing.

3) von geringer Stärke - licht
4) von geringem Ausmaß - licht
5) den Körper wenig belastend - licht
6) dünn - licht
7) geistig anspruchslos - licht

II leicht

bijwoord
1) deel van de uitdrukking: eenvoudig

Die Maschine ist leicht zu bedienen. - De machine is eenvoudig te bedienen. Der Text ist leicht verständlich. - De tekst is eenvoudig te begrijpen Das ist leichter gesagt als getan. - Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan.

2) deel van de uitdrukking: licht

Er wurde bei dem Unfall nur leicht verletzt. - Hij raakte bij het ongeval slechts licht gewond. Es schneit zum Glück nur leicht. - Het sneeuwt gelukkig maar licht.

3) deel van de uitdrukking: dun

leicht bekleidet sein - dun gekleed gaan

4) so, dass etw. schnell geschehen kann - snel

leicht entzündliche Materialien - snel brandbare materialen Sie ist leicht erregbar. - Zij is snel prikkelbaar.

5) mit großer Wahrscheinlichkeit möglich - beslist

So etwas kann leicht schiefgehen. - Zoiets kan vlug mislopen.

© K Dictionaries Ltd.

leicht

lichtwegend ; zorgeloos ; zonder moeite ; vlot ; vanzelf ; simpel ; practisch ; onbezorgd ; onbesuisd ; onbekommerd ; nuttig ; niet moeilijk ; moeiteloos ; met gemak ; makkelijk (bnw.) ; luchthartig ; licht ; in een handomdraai ; grifweg ; grif ; gerust ; geriefelijk ; gemakkelijk (bnw.) ; eenvoudig ; comfortabel ; aangenaam ; l. (Afkorting) ; zachtjes ; teer ; onbeduidend ; luchtig ; licht

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Wikipedia; A.M.T.S.




DE: albern
DE: angenehm
DE: anspruchslos
DE: ausgelassen
DE: behaglich
DE: bei weitem
DE: bequem
DE: bequemlich
DE: dumm
DE: ein bißchen

DE: leichten Fußes NL: met lichte tred, snel
DE: leichten Herzens NL: met een licht hart, opgewekt
DE: leichten Kaufes NL: goedkoop, zonder veel schade
DE: etwas auf die leichte Achsel nehmen NL: iets licht, gemakkelijk opvatten
DE: es war ihm ein leichtes NL: het was een kleinigheid voor hem
DE: spielend leicht NL: spelenderwijs