1. MWB
  2. Vertalen
  3. ausgelassen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • ausgelassen > EN • ausgelassen > ES • ausgelassen > FR
Vertalingen ausgelassen DE>NL

I ausgelassen

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈausgəlasən]

sehr fröhlich - uitgelaten


II ausgelassen

bijwoord

deel van de uitdrukking: uitgelaten
ausgelassen feiern - uitgelaten feestvieren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ausgelassen opgewekt ; kwiek ; leuk ; levendig ; luchthartig ; lustig ; monter ; onbekommerd ; onbesuisd ; onbezorgd ; opgeruimd ; opgetogen ; komisch ; roezemoezig ; speels ; stoeiziek ; uitbundig ; uitgelaten ; vrolijk ; wakker ; welgemoed ; welgestemd ; zonnig ; zorgeloos ; komiek ; blij ; blijgeestig ; blijmoedig ; dartel ; druk ; drukpratend ; fideel ; fleurig ; geanimeerd ; geestig ; gerust ; goed geluimd ; grappig ; humoristisch ; jolig ; kleurig ; kluchtig ; koddig ; baldadig ; overgeslagen ; goedgezind ; driest
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `ausgelassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angeregt
DE: begeistert
DE: drollig
DE: eifrig
DE: emsig
DE: freudig
DE: freudvoll
DE: froh
DE: gedankenlos
DE: gelassen