Vertaal
Naar andere talen: • koordinieren > ENkoordinieren > ESkoordinieren > FR
Vertalingen koordinieren DE>NL

I koordinieren

werkw.
Uitspraak:  [ko|ɔrdiˈniːrən]

aufeinander abstimmen - coördineren


II die Koordination

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ko|ɔrdinaˈʦjoːn]
Verbuigingen:  Koordination

deel van de uitdrukking: coördinatie

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
koordinieren (ww.) coördineren (ww.) ; gelijkrichten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `koordinieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: an der Spitze stehen
DE: anführen
DE: auswuchten
DE: die Führung haben über
DE: die Leitung haben über
DE: dirigieren
DE: führen
DE: gleichrichten
DE: leiten
DE: lenken