Vertalingen Hochziehen DE>NL
hochziehen (ww.) | naar boven tillen (ww.) ; tillen (ww.) ; takelen (ww.) ; snuiven (ww.) ; opvliegen (ww.) ; optillen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opsnuiven (ww.) ; ophijsen (ww.) ; opheffen (ww.) ; omhoogtrekken (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhoogheffen (ww.) ; omhooghalen (ww.) ; omhoog heffen (ww.) ; omhoog brengen (ww.) ; met een takel ophijsen (ww.) ; met een spil omhoogwerken (ww.) ; lichten (ww.) ; insnuiven (ww.) ; iets ophalen (ww.) ; hijsen (ww.) ; hieven (ww.) ; hieuwen (ww.) ; heffen (ww.) ; een snuif nemen (ww.) |
Hochziehen | opkomen ; pull up ; plotseling omhoog schieten ; opwerking ; opwerken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hochziehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: abholenDE: angehenDE: anhebenDE: anlaufenDE: ansteigenDE: anziehenDE: aufbrechenDE: aufbringenDE: auffischen