Vertaal
Naar andere talen: • fällen > ENfällen > ESfällen > FR
Zie ook: fallen

Vertalingen fällen DE>NL

fällen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɛlən]

1) mit einer Säge oder Axt umhauen - vellen

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking eine Entscheidung fällen

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking ein Urteil fällen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fällen (ww.) bomen kappen (ww.) ; hakken (ww.) ; houwen (ww.) ; kappen (ww.) ; omhakken (ww.) ; omhouwen (ww.) ; vellen (ww.)
fällen neerslaan
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `fällen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abhacken
DE: abhauen
DE: abholzen
DE: hacken
DE: hauen
DE: hinlegen
DE: holzen
DE: legen
DE: niederschlagen
DE: niederstrecken