Vertaal
Naar andere talen: • Fressen > ENFressen > ESFressen > FR
Vertalingen Fressen DE>NL

I fressen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfrɛsən]
Verbuigingen:  frisst , fraß , gefressen

1) Nahrung aufnehmen - vreten
Hunde fressen Fleisch. - Honden eten vlees.
Der Papagei frisst ihr aus der Hand. - De papegaai eet uit haar hand.
uitdrukking jemanden zum Fressen gern haben

2) (bes. schnell, zu viel oder ohne Manieren) essen - vreten
Friss nicht so viel! - Vreet niet zo veel!

3) viel von etw. verbrauchen - vreet
Der alte Kühlschrank frisst zu viel Strom. - De oude koelkast vreet veel te veel stroom.


II das Fressen

zelfst.naamw.
Verbuigingen:  Fressens

deel van de uitdrukking: voeren
der Katze ihr Fressen geben - haar kat voeren
uitdrukking für jemanden ein gefundenes Fressen sein

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fressen (ww.) verslinden (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; opslokken (ww.) ; opvreten (ww.) ; schransen (ww.) ; slempen (ww.) ; tafelen (ww.) ; uitgebreid eten (ww.) ; verorberen (ww.) ; onfatsoenlijk eten (ww.) ; verzwelgen (ww.) ; voleten (ww.) ; volproppen (ww.) ; volschransen (ww.) ; volstoppen (ww.) ; volvreten (ww.) ; zwelgen (ww.) ; onbeschoft eten (ww.) ; dineren (ww.) ; consumeren (ww.) ; brassen (ww.) ; binnenschrokken (ww.) ; binnenkrijgen (ww.)
das Fressende voedsel (m) ; het bikken ; de eetwaren ; het eten ; de proviand (m) ; het schrokken ; de spijs ; de voeding (v) ; het vreten
Fressen invreten ; vreten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Fressen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufbrauchen
DE: aufessen
DE: auffressen
DE: aufzehren
DE: bunkern
DE: dinieren
DE: einstecken
DE: essen
DE: Futter
DE: futtern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Narren gefressen haben an NL: dol zijn op
DE: etwas gefressen haben NL: genoeg van iets hebben NL: iets gesnapt hebben