Vertalingen entzücken DE>NL
entzücken (ww.) | beheksen (ww.) ; bekoren (ww.) ; betoveren (ww.) ; bevallen (ww.) ; blij maken (ww.) ; enthousiast raken (ww.) ; in vervoering brengen (ww.) ; plezieren (ww.) ; verblijden (ww.) ; verheugd (ww.) ; verrukken (ww.) |
das Entzücken | de opgetogenheid (v) ; de verrukking |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `entzücken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anziehenDE: BegeisterungDE: beglückenDE: berauschenDE: bezaubernDE: EkstaseDE: EntrücktheitDE: EntrückungDE: EntzückungDE: erfreuen