Vertaal
Vertalingen einschlummern DE>NL
einschlummern (ww.) doodgaan (ww.) ; heengaan (ww.) ; indommelen (ww.) ; indutten (ww.) ; inslapen (ww.) ; insluimeren (ww.) ; kelderen (ww.) ; ontslapen (ww.) ; overlijden (ww.) ; sterven (ww.) ; verscheiden (ww.) ; wegzakken (ww.) ; zakken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einschlummern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abkratzen
DE: abrutschen
DE: aus Zink
DE: dahingehen
DE: durchfallen
DE: durchrasseln
DE: einnicken
DE: einpacken
DE: einsacken
DE: einsinken