Vertalingen einräumen DE>NL
einräumen
werkw.
1) irgendwo einordnen -
inruimen , opbergen Lebensmittel in den Kühlschrank einräumen - levensmiddelen in de koelkast zetten |
2) mit Gegenständen füllen -
inruimen das Regal wieder einräumen - de schappen weer inruimen |
3) zugeben -
toegeven Sie räumte ein, dass es Versäumnisse gegeben habe. - Zij gaf toe dat nalatigheid is voorgekomen. |
4) geben -
toestaan , toekennen , toegeven Wir müssen den Mitarbeitern mehr Rechte einräumen. - Wij moeten de medewerkers meer rechten toestaan. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
einräumen (ww.) | afruimen (ww.) ; bijzetten (ww.) ; deponeren (ww.) ; dulden (ww.) ; duren (ww.) ; goed vinden (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; opruimen (ww.) ; permitteren (ww.) ; stationeren (ww.) ; vergunnen (ww.) |
einräumen | toegeven |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `einräumen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anerkennenDE: bekennenDE: eingestehenDE: einsehenDE: gestehenDE: gewährenDE: verbergenDE: verleihenDE: versteckenDE: wegräumen