Vertaal
Naar andere talen: • einräumen > ENeinräumen > ESeinräumen > FR
Vertalingen einräumen DE>NL

einräumen

werkw.
Uitspraak:  ainrɔymən]

1) irgendwo einordnen - inruimen , opbergen
Lebensmittel in den Kühlschrank einräumen - levensmiddelen in de koelkast zetten

2) mit Gegenständen füllen - inruimen
das Regal wieder einräumen - de schappen weer inruimen

3) zugeben - toegeven
Sie räumte ein, dass es Versäumnisse gegeben habe. - Zij gaf toe dat nalatigheid is voorgekomen.

4) geben - toestaan , toekennen , toegeven
Wir müssen den Mitarbeitern mehr Rechte einräumen. - Wij moeten de medewerkers meer rechten toestaan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einräumen (ww.) afruimen (ww.) ; bijzetten (ww.) ; deponeren (ww.) ; dulden (ww.) ; duren (ww.) ; goed vinden (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; opruimen (ww.) ; permitteren (ww.) ; stationeren (ww.) ; vergunnen (ww.)
einräumen toegeven
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einräumen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anerkennen
DE: bekennen
DE: eingestehen
DE: einsehen
DE: gestehen
DE: gewähren
DE: verbergen
DE: verleihen
DE: verstecken
DE: wegräumen