| Uitspraak: | [fɛɐˈlaiən] |
| Das Buch, das ich von der Bücherei wollte, war schon verliehen. - Het boek dat ik bij de bieb wilde halen was al uitgeleend. Ich verleihe mein Auto nicht! - Ik leen mijn auto niet uit! |
| Dafür sollte man ihm einen Orden verleihen. - Daarvoor zou men hem een oorkonde moeten toekennen. |
etw verleiht jemandem etw.(=etw gibt jemandem etw.) - iets geeft iemand iets Hier, trink das, das verleiht dir neue Kraft. - Hier drink dit, dat geeft je nieuwe krachten. |
| Uitspraak: | [fɛɐˈlaiʊŋ] |
| Verbuigingen: | Verleihung , Verleihungen |
Voorbeeldzinnen laden....