Vertalingen Zukunft DE>NL
die Zukunft
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʦuːkʊnft] |
Verbuigingen: | Zukunft |
1) bevorstehende Entwicklungen und Erlebnisse -
toekomst Wir werden sehen, was uns die Zukunft bringt. - Wij zullen nog zien wat de toekomst ons brengt. Diese Schulform hat keine Zukunft mehr. - Deze wijze van onderwijs heeft geen toekomst meer. |
in Zukunft (=) - in de toekomst
In Zukunft frag mich erst, bevor du dir das Auto nimmst. - Voortaan vraag je het eerst aan mij voordat je de auto neemt.
|
2) Zeitform, die ein kommendes Ereignis ausdrückt taalkunde -
toekomst © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Zukunft | de toekomst (v) ; de toekomsten ; het voorland |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Zukunft`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: kommende ZeitDE: zukünftige Zeit