1. MWB
  2. Vertalen
  3. besichtigen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • besichtigen > EN • besichtigen > ES • besichtigen > FR
Vertalingen besichtigen DE>NL

I besichtigen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈzɪçtɪgən]

1) einen Ort besuchen und ansehen - bezichtigen
Habt ihr auch das Rathaus besichtigt? - Hebben jullie ook het gemeentehuis bezichtigd?

2) prüfend an einem Ort herumgehen - inspecteren
„Gemietet wie besichtigt‟ bedeutet, dass man offensichtliche Mängel später nicht mehr reklamieren kann. - "Gehuurd na inspectie" betekent, men kan zichtbare gebreken later niet meer reclameren.


II die Besichtigung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈzɪçtɪgʊŋ]
Verbuigingen:  Besichtigung , Besichtigungen

1) deel van de uitdrukking: bezichtiging
eine Besichtigungstour durch die Stadt - een stadsbezichtigingstour

2) deel van de uitdrukking: inspectie
die Besichtigung eines Hauses, das zum Verkauf steht - inspectie van een huis dat te koop staat

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
besichtigen (ww.) aanschouwen (ww.) ; bekijken (ww.) ; bezichtigen (ww.) ; bezien (ww.) ; inspecteren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `besichtigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anblicken
DE: Anschauen
DE: Ansehen
DE: beschauen
DE: besehen
DE: betrachten
DE: bewundern
DE: inspizieren
DE: mustern
DE: Schauen