Vertalingen eisen DE>NL
das Eisen
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈaizən] |
| Verbuigingen: | Eisens , Eisen |
1) leicht rostendes Metall -
ijzer ein Geländer aus Eisen - een frame van ijzer
Eisenerz - ijzererts |
2) Eisen als Substanz, die in den Körperzellen vorhanden ist -
ijzer Rotes Fleisch enthält viel Eisen. - rood vlees bevat veel ijzer
Eisenmangel haben - tekort aan ijzer hebben |
3) Gegenstand aus Eisen -
ijzer Eisenstange - ijzeren staaf
Hufeisen - hoefijzer |
4) deel van de uitdrukking:  zum alten Eisen gehören
(=nicht mehr gebraucht werden, weil man zu alt ist) - afgedankt zijn
|
| ein heißes Eisen
(=eine heikle Angelegenheit) - een heet hangijzer
|
| noch ein Eisen im Feuer haben
(=noch einen Ausweg wissen, eine andere Möglichkeit haben) - nog een ijzer in het vuur hebben
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| das Eisen | Ferro (znw.) ; het ijzer ; de kling ; kling van een zwaard (znw.) ; het lemmet |
| eisen | beitel ; ijzer ; steelbeitel ; tangen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `eisen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BlattDE: KlingeDE: SchneideUitdrukkingen en gezegdes
DE: Not bricht
Eisen
NL: nood breekt wet
