Vertalingen auskommen DE>NL
auskommen
werkw.
1) mit / ohne etw. eine Situation bewältigen -
uit-/rondkomen , overweg kunnen mit wenig Geld auskommen müssen - met weinig geld moeten rondkomen Ich komme auch ohne deine Hilfe aus. - Het lukt mij ook zonder jouw hulp. |
2) sich mit anderen vertragen, verstehen -
overweg kunnen gut mit den Nachbarn auskommen - goed met de buren overweg kunnen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
auskommen (ww.) | behelpen (ww.) ; genoegen nemen (ww.) ; naar buiten hangen (ww.) ; overweg kunnen (ww.) ; rondkomen (ww.) ; uithangen (ww.) ; uitkomen (ww.) ; zich kunnen bedruipen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `auskommen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbschweifenDE: ankommenDE: aufkommenDE: ausschweifenDE: ausspielenDE: eingestehenDE: ergehenDE: helfenDE: rundkommenDE: sich zu helfen wissenUitdrukkingen en gezegdes
DE: mit einem gut
auskommen können
NL: het goed met iemand kunnen vinden