1. MWB
  2. Vertalen
  3. aufsuchen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • aufsuchen > EN • aufsuchen > ES • aufsuchen > FR
Vertalingen aufsuchen DE>NL

aufsuchen

werkw.
Uitspraak:  [ˈaufzuːxən]

aus einem bestimmten Grund zu jemandem / an einen Ort gehen - opzoeken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufsuchen (ww.) aankomen (ww.) ; bezoeken (ww.) ; iemand opzoeken (ww.) ; langsgaan (ww.) ; langskomen (ww.) ; naslaan (ww.) ; op visite gaan (ww.) ; opzoeken (ww.) ; voorbijkomen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufsuchen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: absuchen
DE: auf Besuch gehen
DE: auftreiben
DE: besuchen
DE: durchforschen
DE: einen Besuch machen
DE: hereinschauen
DE: nachschlagen
DE: nachsehen
DE: nachsuchen