Vertaal
Naar andere talen: • anhäufen > ENanhäufen > ESanhäufen > FR
Vertalingen anhäufen DE>NL
anhäufen (ww.) accumuleren (ww.) ; hopen (ww.) ; opeenhopen (ww.) ; ophogen (ww.) ; opstapelen (ww.) ; stapelen (ww.) ; verhogen (ww.)
das Anhäufenhet cumuleren ; opaarden (znw.) ; het ophopen
anhäufen vergaren
Bronnen: interglot; Trueterm; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `anhäufen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ansammeln
DE: häufen
DE: sammeln
DE: versammeln
DE: zusammenbringen