Vertalingen abwickeln DE>NL
abwickeln (ww.) | afdoen (ww.) ; afwinden (ww.) ; beslechten (ww.) ; twist uit de weg ruimen (ww.) |
das Abwickeln | het afhandelen ; afwikkelen (znw.) ; zaakafwikkeling (znw.) |
Abwickeln | afrollen ; afwikkelen ; behandelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `abwickeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfertigenDE: abhandelnDE: abrollenDE: abwindenDE: arrangierenDE: begleichenDE: beilegenDE: einrichtenDE: erledigenDE: in Ordnung bringen