Vertaal
Naar andere talen: • Ziehen > ENZiehen > ESZiehen > FR
Vertalingen Ziehen DE>NL

ziehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦiːən]

1) jemanden / etw. hinter sich her oder auf sich zu bewegen - trekken
Die Kutsche wurde von zwei Pferden gezogen. - De koets werd door twee paarden getrokken.
die Vorhänge vors Fenster ziehen - de gordijnen voor het raam dichttrekken
jemanden aus dem Wasser ziehen - iemand uit het water trekken

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking an etw. ziehen

3) sich irgendwohin bewegen - trekken
Der Zirkus zieht durchs Land. - Het circus trekt door het land.
Wolken zogen über den Himmel. - Wolken trokken door de lucht.

4) seinen Wohnsitz irgendwohin verlegen - verhuizen
Wir ziehen demnächst in eine andere Stadt. - Wij verhuizen naar een andere stad.

5) greifen und aus etw. herausnehmen - trekken
Wann werden bei dir die Fäden gezogen? - Wanneer worden bij jou de hechtingen verwijderd?
Sie zog ihren Geldbeutel aus der Tasche. - Zij trok haar portemonnee uit haar tas.
Zieh, wenn du dich traust! - Trek, als je durft!

6) auswählen und nehmen - trekken
Wann werden die Lottozahlen gezogen? - Wanneer is de trekking van de lotto?

7) an etw. ziehen und es so betätigen - trekken

8) einen bestimmten Gesichtsausdruck entstehen lassen - trekken
Sie zog eine Grimasse. - Zij trok een gek gezicht.
die Stirn in Falten ziehen - het voorhoofd fronsen

9) spannen - trekken

10) zeichnen - trekken
Lass uns einen Schlussstrich unter die Sache ziehen. - We zetten een streep onder het voorval.

11) bewegen - bewegen
den / mit dem König ziehen - de / met de koning zetten

12) säen oder anpflanzen und groß werden lassen - kweken
auf dem Fensterbrett Kräuter ziehen - op de vensterbank kruiden kweken

13) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. auf sich ziehen

14) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. nach sich ziehen

15) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. über / unter etw. ziehen

16) in heißem Wasser seinen Geschmack entfalten - trekken
Der Tee soll nicht länger als fünf Minuten ziehen. - De thee zou niet langer dan vijf minuten moeten trekken.

17) Wirkung zeigen - effect
Deine Bettelei zieht bei mir nicht. - Je gebedel heeft geen effect bij mij.

18) deel van de uitdrukking:
uitdrukking gut / schlecht ziehen

19) deel van de uitdrukking:
uitdrukking es zieht
uitdrukking jemandem zieht es

20) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. zieht sich

21) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. zieht sich irgendwohin

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ziehen (ww.) rukken (ww.) ; lenen (ww.) ; met een spil omhoogwerken (ww.) ; ontlenen (ww.) ; opfokken (ww.) ; opkweken (ww.) ; opsnuiven (ww.) ; planten (ww.) ; procreëren (ww.) ; kweken (ww.) ; slepen (ww.) ; sleuren (ww.) ; snuiven (ww.) ; telen (ww.) ; tochten (ww.) ; trekken (ww.) ; verbouwen (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; insnuiven (ww.) ; aankweken (ww.) ; aanplanten (ww.) ; een snuif nemen (ww.) ; fokken (ww.) ; genereren (ww.) ; hieuwen (ww.) ; hieven (ww.) ; iets ophalen (ww.)
Ziehen buigen ; vezelvormingsproces ; verschuiven ; trekken (van draad) ; trekken ; translatie ; koud-rekken ; dragging ; draadtrekken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Ziehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abheben
DE: abholen
DE: anbauen
DE: andrehen
DE: Anpflanzen
DE: anspannen
DE: anziehen
DE: aufbauen
DE: auffischen
DE: aufholen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: laß ihn ziehen! NL: laat hem gaan!
DE: den Hut ziehen NL: zijn hoed afzetten
DE: Perlen auf einen Faden ziehen NL: kralen aan een draad rijgen
DE: auf Flaschen ziehen NL: bottelen
DE: die Aufmerksamkeit auf sich ziehen NL: de aandacht trekken
DE: Saiten auf ein Instrument ziehen NL: een instrument met snaren bespannen
DE: etwas aus der Tasche ziehen NL: iets uit zijn zak halen
DE: in Betracht ziehen NL: in aanmerking nemen
DE: in Erwägung ziehen NL: in aanmerking, in overweging nemen
DE: etwas in die Länge ziehen NL: iets rekken, uitstellen
DE: einen ins Vertrauen ziehen NL: iemand in vertrouwen nemen
DE: einen vor Gericht ziehen NL: iemand voor het gerecht dagen
DE: zu Rate ziehen NL: raadplegen
DE: sich ziehen NL: trekken
DE: sich in die Länge ziehen NL: blijven duren
DE: die Mauer zieht sich um den Garten NL: de muur loopt om de tuin