Vertaal
Naar andere talen: • vermindern > ENvermindern > ESvermindern > FR
Vertalingen vermindern DE>NL
vermindern (ww.) matigen (ww.) ; verzwakken (ww.) ; vervallen (ww.) ; verslechteren (ww.) ; verminderen (ww.) ; verlagen (ww.) ; verkorten (ww.) ; verkleinen (ww.) ; teruggaan (ww.) ; tanen (ww.) ; slinken (ww.) ; reduceren (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; minder worden (ww.) ; krimpen (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; inperken (ww.) ; inkrimpen (ww.) ; declineren (ww.) ; dalen (ww.) ; bezuinigen (ww.) ; besparen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; beperken (ww.)
das Vermindernhet achteruitgaan ; verminderen in kracht (znw.) ; het afnemen
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vermindern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: abfallen
DE: abnehmen
DE: einschrumpfen
DE: fallen
DE: fortnehmen
DE: geringer werden
DE: herabmindern
DE: Herabsetzen
DE: mindern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich vermindern NL: minder worden