Vertalingen abfallen DE>NL
abfallen
werkw.
1) sich lösen und auf den Boden fallen -
afvallen Die Äpfel sind schon alle abgefallen. - De appels zijn allemaal al afgevallen. Alle Unsicherheit fiel plötzlich von ihr ab. - Alle onzekerheid viel plotseling van haar af. |
2) schräg nach unten verlaufen -
heuvel, berg sanft / steil abfallende Hänge - licht / stijl aflopende helling |
3) plötzlich stark sinken -
afnemen Seine Leistungen sind stark abgefallen. - Zijn prestaties zijn sterk afgenomen. |
4) deel van de uitdrukking: etw. fällt für jemanden ab (=etw. entsteht als Gewinn oder Vorteil für jdn) - ontstaan van winst of voordeel voor iemand
Bei dem Verkauf ist nichts für mich abgefallen. - Bij de verkoop is me niets opgevallen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abfallen (ww.) | stoppen (ww.) ; ophouden (ww.) ; opgeven (ww.) ; eruitstappen (ww.) ; afzien van (ww.) ; afzeggen (ww.) ; afvallen (ww.) ; afhaken (ww.) |
das Abfallen | het glooien ; verminderen in kracht (znw.) ; flauw hellend aflopend (znw.) ; het afnemen ; het achteruitgaan |
abfallen | aflopen ; vervallen ; verlageren ; ontkoppelen ; het verlageren ; afvallen ; afname |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `abfallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbkoppelnDE: abnehmenDE: AbtrennenDE: ausscheidenDE: entkoppelnDE: loshakenDE: LoskoppelnDE: vermindernUitdrukkingen en gezegdes
DE: abfallen lassen
NL: nul op het rekest geven, afschepenDE: die englische Übersetzung fällt stark gegen die französische ab
NL: de Engelse vertaling is beduidend slechter dan de Franse