1. MWB
  2. Vertalen
  3. Verkleinern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Verkleinern > EN • Verkleinern > ES • Verkleinern > FR
Vertalingen Verkleinern DE>NL

I verkleinern

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈklainɐn]

1) die Größe, Höhe oder Menge verringern - verkleinen
Durch die Trennwand wird der Raum um die Hälfte verkleinert. - Door de scheidingswand wordt de ruimte met de helft verkleind.
Die Schulklassen sollten verkleinert werden. - De schoolklassen moeten kleiner worden.

2) eine kleinere Version herstellen - verkleining

3) kleiner werden - verkleinen
Die Geschwulst hat sich durch die Behandlung deutlich verkleinert. - Het gezwel is door de behandeling duidelijk kleiner geworden.
Die Zahl der Angestellten hat sich in den letzten Jahren verkleinert. - Het aantal beambten is in de afgelopen jaren afgenomen.


II die Verkleinerung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈklainərʊŋ]
Verbuigingen:  Verkleinerung , Verkleinerungen

1) deel van de uitdrukking: verkleining
eine Brustverkleinerung vornehmen - een borstverkleining overwegen
eine Verkleinerung der Mitarbeiterzahl - een vermindering van het aantal medewerkers

2) deel van de uitdrukking: fotografie verkleining
von einem Bild eine Verkleinerung machen lassen - van de foto een verkleining laten maken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verkleinern (ww.) bekorten (ww.) ; inkorten (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; korter maken (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; verdichten (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verkorten (ww.) ; verminderen (ww.)
verkleinern afslanken ; vergroting ; zoomen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Verkleinern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: bagatellisieren
DE: beschränken
DE: beschönigen
DE: einschrumpfen
DE: einschränken
DE: ermäßigen
DE: herabsetzen
DE: herunterspielen
DE: mildern