Vertalingen vertragen DE>NL
vertragen
werkw.
1) ertragen können, ohne Schaden zu nehmen -
verdragen Zigarettenrauch vertrage ich überhaupt nicht. - Sigarettenrook verdraag ik helemaal niet. |
2) essen / trinken können, ohne krank zu werden -
verdragen Sie verträgt keine Milch. - Zij verdraagt geen melk. |
3) hinnehmen können, ohne sich zu ärgern -
verdragen 4) gut mit jemandem zurechtkommen -
verdragen Sie verträgt sich gut mit ihrer Schwiegermutter. - Haar verhouding met haar schoonmoeder is goed. Die beiden Hunde vertragen sich nicht. - Die twee honden kunnen niet met elkaar overweg. |
5) sich versöhnen -
verdragen Kommt, Jungs, vertragt euch doch wieder! - Kom op jongens, maak het toch weer goed! |
6) miteinander vereinbar sein, zusammenpassen -
passen Rot und Orange vertragen sich nicht. - Rood en oranje passen niet samen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vertragen (ww.) | doorleven (ww.) ; doorstaan (ww.) ; dulden (ww.) ; gedogen (ww.) ; toelaten (ww.) ; tolereren (ww.) ; verdragen (ww.) ; verduren (ww.) ; verteren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vertragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufbrauchenDE: aufzehrenDE: AusgebenDE: aushaltenDE: ausharrenDE: bestehenDE: duldenDE: durchhaltenDE: durchmachenDE: erfahrenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
vertragen
NL: elkaar verdragen, met elkaar kunnen opschieten NL: overeenstemmen (met), stroken (met)