Vertalingen Taumeln DE>NL
taumeln (ww.) | in de war maken (ww.) ; wiegen (ww.) ; wiebelen (ww.) ; waggelen (ww.) ; variëren (ww.) ; vallen (ww.) ; tuimelen (ww.) ; slingeren (ww.) ; schommelen (ww.) ; kieperen (ww.) ; kiepen (ww.) ; kelderen (ww.) ; heen en weer zwaaien (ww.) ; fluctueren (ww.) ; flikkeren (ww.) ; duizelen (ww.) ; duikelen (ww.) ; buitelen (ww.) |
das Taumeln | valpartij ; tuimeling |
taumeln | kukelen ; tuimeling ; tuimelen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Taumeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abstürzenDE: durcheinander bringenDE: einenPurzelbaumschlagenDE: fallenDE: fliegenDE: herumdrehenDE: hin und her wankenDE: hinfallenDE: im Kreis drehenDE: kippen