1. MWB
  2. Vertalen
  3. Kuchen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Kuchen > EN • Kuchen > ES • Kuchen > FR
Vertalingen Kuchen DE>NL

der Kuchen

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkuːçən]
Verbuigingen:  Kuchens , Kuchen

größeres, süßes Gebäck culinair - gebak , koek
einen Apfelkuchen backen - een appeltaart bakken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Kuchende gebak ; het taartje ; de taart ; oud mens (znw.) ; korstgebak (znw.) ; het koekje ; het koeken ; de koek (m) ; kleine kaak (znw.) ; het kaakje ; het gebakje ; de cake (m) ; het biskwietje ; het biscuitje ; de biscuit (m)
Kuchen afsluitsteen ; voorzetplaatje ; voorzetkoek ; vlaai ; koek ; geperste koek ; deksel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `Kuchen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: alter Mensch
DE: Biskuit
DE: Gugelhupf
DE: Topfkuchen
DE: Torte
DE: Zwieback

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: ja Kuchen! NL: niets daarvan!, morgen brengen!