Vertaal
Naar andere talen: • tagen > ENtagen > EStagen > FR
Vertalingen tagen DE>NL

tagen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtaːgən]

zusammenkommen, um eine Sitzung, Tagung o. Ä. abzuhalten - vergaderen
Der Krisenstab tagt zur Stunde noch. - De crisisraad vergadert momenteel nog.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tagen (ww.) ontbieden (ww.) ; voor het gerecht roepen (ww.) ; voor het gerecht ontbieden (ww.) ; voor het gerecht dagen (ww.) ; vergaderen (ww.) ; sommeren (ww.) ; samenkomen (ww.) ; overwegen (ww.) ; overleggen (ww.) ; oproepen (ww.) ; aanbreken van de dag (ww.) ; lichten (ww.) ; licht worden (ww.) ; in vergadering bijeenzijn (ww.) ; in bespreking zijn (ww.) ; een conferentie houden (ww.) ; dagen (ww.) ; confereren (ww.) ; bijeen komen (ww.) ; beraadslagen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tagen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auffordern
DE: aufrufen
DE: begegnen
DE: beraten
DE: beratschlagen
DE: dämmern
DE: einberufen
DE: eine Versammlung abhalten
DE: erinnern
DE: fordern