Vertalingen sinken DE>NL
sinken
werkw.
1) sich langsam nach unten bewegen -
zinken Von einem Schuss getroffen, sank er zu Boden. - Door een schot getroffen zonk hij naar de bodem. Er ließ die Zeitung sinken und sah sie an. - Hij liet de krant zakken en keek haar aan. |
2) unter der Wasseroberfläche verschwinden -
zinken Hilfe, wir sinken! - Help, wij zinken! |
3) weniger / niedriger werden -
zakken 4) an Wert verlieren -
zakken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sinken (ww.) | ondergaan (ww.) ; afnemen (ww.) ; afruimen (ww.) ; bezinken (ww.) ; declineren (ww.) ; doorleven (ww.) ; doorstaan (ww.) ; lager worden (ww.) ; neergaan (ww.) ; onder water gaan (ww.) ; afdekken (ww.) ; opruimen (ww.) ; ten onder gaan (ww.) ; verdragen (ww.) ; verduren (ww.) ; vergaan (ww.) ; verteren (ww.) ; zakken (ww.) ; zinken (ww.) ; achteruitgaan (ww.) |
das Sinken | het kelderen ; de achteruitgang (m) ; de afname (v) ; de daling (v) ; het inzakken ; het minder worden ; het sterk in waarde dalen ; de terugloop (m) ; de terugval (m) ; het terugvallen ; de val (m) ; het verval |
sinken | dalen ; zinken ; vergaan ; slinken ; schipbreuk ; ondergaan |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sinken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbauenDE: abblendenDE: abdeckenDE: abflauenDE: abmontierenDE: AbnahmeDE: abnehmenDE: abrutschenDE: absackenDE: abschirmenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einem zu Füßen
sinken
NL: aan iemands voeten neervallenDE: alle Hoffnung
sinken lassen
NL: alle hoop laten varenDE: in Ohnmacht
sinken
NL: in zwijm vallen