Vertalingen schrumpfen DE>NL
schrumpfen
werkw.
1) beim Waschen kleiner werden -
krimpen 2) austrocknen und dadurch kleiner werden -
krimpen , verschrompelen 3) kleiner, weniger werden -
krimpen , verschrompelen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schrumpfen (ww.) | verdrogen (ww.) ; krimpen (ww.) ; minder worden (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; opdrogen (ww.) ; reduceren (ww.) ; samentrekken (ww.) ; slinken (ww.) ; uitdrogen (ww.) ; verdorren (ww.) ; kleiner worden (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verkorten (ww.) ; verlagen (ww.) ; verminderen (ww.) ; verschrompelen (ww.) ; vervallen (ww.) ; wegglijden (ww.) ; wegzinken (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; afglijden (ww.) ; afnemen (ww.) ; aftakelen (ww.) ; afzakken (ww.) ; beperken (ww.) ; declineren (ww.) ; indrogen (ww.) ; inkrimpen (ww.) ; inperken (ww.) ; inzinken (ww.) |
das Schrumpfen | de krimping (v) ; de krimp (m) |
Schrumpfen | contractie ; vlieten ; krimpen ; krimp ; herstellen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `schrumpfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbauenDE: abnehmenDE: abrutschenDE: abschwellenDE: austrocknenDE: einbrechenDE: eingehenDE: einlaufenDE: einsackenDE: einschrumpfen