Vertaal
Naar andere talen: • Summen > ENSummen > ESSummen > FR
Vertalingen Summen DE>NL

summen

werkw.
Uitspraak:  zʊmən]

1) mit geschlossenen Lippen leise die Töne einer Melodie produzieren - neuriën
Sie summte fröhlich vor sich hin. - Zij neuriede vrolijk voor zich uit.

2) einen vibrierenden Ton erzeugen - zoemen
der leise summende Kühlschrank - de zacht zoemende koelkast

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
summen (ww.) brommen (ww.) ; gonzen (ww.) ; knorren (ww.) ; knorrend geluid maken (ww.) ; neuriën (ww.) ; zachtjes zingen (ww.) ; zoemen (ww.)
die Summenhet bedragen ; de optellingen ; de sommen
das Summenhet gebrom ; het geneurie ; het gezoem ; zoem
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Summen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: brodeln
DE: brummeln
DE: brummen
DE: brutzeln
DE: grunzen
DE: gurren
DE: Knurren
DE: meckern
DE: murren
DE: schieben