Vertalingen Riegel DE>NL
der Riegel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈriːgəl] |
Verbuigingen: | Riegels , Riegel |
1) Stab, den man in eine Halterung schiebt, um eine Tür zu verschließen -
grendel einer Sache einen Riegel vorschieben (=etw. unterbinden) - ergens een stokje voor steken
|
2) eine längliche Süßigkeit -
reep Schokoriegel - chocoladereep Müsliriegel - mueslireep |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Riegel | de pastille ; verschuifbare sluiting (znw.) ; de tong ; de tablet ; de staaf ; sluitinrichting voor deur of raam (znw.) ; slot ; de schuif ; de schoot (m) ; reep chocolade (znw.) ; de reep (m) ; de plak ; de knip (m) ; de grendel (m) ; de chocoladereep (m) ; de chocolade (m) |
Riegel | koppelbalk ; staander ; snapveer ; schoot ; regel ; reep ; middenstijl ; latei |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Riegel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: SchieberDE: SchloßDE: SchokoladeDE: SchokoladenriegelDE: StangeDE: TafelUitdrukkingen en gezegdes
DE: hinter Schloß und
Riegel
NL: achter slot en grendelDE: einer Sache einen
Riegel vorschieben
NL: ergens een stokje voor steken