Vertalingen rieseln DE>NL
rieseln
werkw.
mit leisem, gleichmäßigem Geräusch fließen, fallen -
stromen Der Kalk rieselt von den Wänden. - De kalk dwarrelt van de muren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
rieseln (ww.) | draaien (ww.) ; kolken (ww.) ; ronddraaien (ww.) |
rieseln | neerdwarrelen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `rieseln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausredenDE: drehenDE: herumdrehenDE: herumwirbelnDE: heuchelnDE: kreiselnDE: quirlenDE: rollenDE: schwenkenDE: strudelnUitdrukkingen en gezegdes
DE: es rieselt mir kalt über den Rücken
NL: ik huiver