Vertalingen reichen DE>NL
reichen
werkw.
1) genug sein -
toereikend zijn Das Essen reicht für drei. - Er is eten voor drie. Der Platz reicht einfach nicht. - Er is niet voldoende plaats. Reicht dir das oder willst du noch mehr? - Is dat voldoende of wil je nog wat meer? |
etw. reicht (jdm) (=jemand hat keine Lust mehr, will etw. nicht mehr dulden) - het is genoeg
Jetzt reichts mir aber mit dem Lärm! - En nu is het genoeg met dat lawaai!
|
2) etw. mit der Hand erreichen können -
toereikend zijn Ich reiche nicht ans oberste Fach, kannst du mir helfen? - Ik kan niet bij het bovenste vak, kun jij mij helpen? |
3) eine Ausdehnung bis irgendwohin haben -
uitgestrekt Der Garten reicht bis an den See. - De tuin loopt door tot aan het meer. Das Wasser reichte mir bis zum Bauch. - Het water reikt mij tot aan mijn buik. |
4) geben -
aanreiken Könntest du mir bitte das Brot reichen? - Zou je mij het brood kunnen aangeven? Er reichte ihr die Hand zur Versöhnung. - Hij reikte haar de hand ter verzoening. |
5) servieren -
aanreiken Zum Hauptgang wurde ein leichter Weißwein gereicht. - Bij het hoofdgerecht wordt een lichte witte wijn geserveerd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
reichen (ww.) | aanbieden (ww.) ; aangeven (ww.) ; aanreiken (ww.) ; afgeven (ww.) ; geven (ww.) ; overgeven (ww.) ; overhandigen (ww.) ; reiken (ww.) ; schenken (ww.) ; toesteken (ww.) ; verlenen (ww.) ; verstrekken (ww.) |
die Reichen | de rijkelui |
reichen | voldoen ; voldoende zijn |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `reichen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anbietenDE: austragenDE: bietenDE: darbietenDE: darreichenDE: hergebenDE: herreichenDE: herumgebenDE: hinhaltenDE: ins Haus liefernUitdrukkingen en gezegdes
DE: reichen an
NL: evenarenDE: einem nicht das Wasser
reichen können
NL: niet in iemands schaduw kunnen staan