1. MWB
  2. Vertalen
  3. notieren (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • notieren > EN • notieren > ES • notieren > FR
Vertalingen notieren DE>NL

notieren

werkw.
Uitspraak:  [noˈtiːrən]

1) aufschreiben - noteren
Er notierte sich ihre Telefonnummer. - Hij noteerde haar telefoonnummer.
Notier doch mal, was wir alles einkaufen müssen. - Schrijf toch eens op wat we allemaal moeten kopen.

2) einen bestimmten Kurs haben economie - noteren
Der Euro notierte am Morgen mit 1,4 Dollar. - De euro stond vanmorgen genoteerd voor 1,40 dollar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
notieren (ww.) aantekenen (ww.) ; boeken (ww.) ; noteren (ww.) ; op schrift stellen (ww.) ; opschrijven (ww.) ; optekenen (ww.) ; registreren (ww.) ; vastleggen (ww.)
notieren noteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `notieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anmelden
DE: anmerken
DE: aufführen
DE: aufschreiben
DE: aufzeichnen
DE: ausfüllen
DE: buchen
DE: einschreiben
DE: eintragen
DE: hinzuschreiben