Vertalingen anmerken DE>NL
anmerken
werkw.
1) sagen, äußern -
opmerkingen Dazu würde ich gern noch was anmerken. - Daar wil ik graag nog wat over zeggen. |
2) markieren -
noteren Diesen Termin solltest du dir gleich im Kalender anmerken. - Deze afspraak zou je meteen in je agenda moeten zetten. |
3) deel van de uitdrukking: jemandem etw. anmerken (=etw. an jemandem feststellen, spüren) - merken
Die Aufregung war ihm deutlich anzumerken. - De opwinding was bij hem duidelijk zichtbaar.
|
sich nichts anmerken lassen (=äußerlich ruhig bleiben) - niets laten blijken
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
anmerken (ww.) | aankruisen (ww.) ; merken (ww.) ; noteren (ww.) ; opschrijven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `anmerken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abzeichnenDE: ankreuzenDE: aufschreibenDE: notierenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einem etwas
anmerken
NL: iets aan iemand merken