Vertalingen Maschine DE>NL
die Maschine
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [maˈʃiːnə] |
Verbuigingen: | Maschine , Maschinen |
1) Gerät, das Benzin, Strom o. Ä. benutzt, um Arbeit zu leisten -
machine das Geschirr in die Maschine stellen - het servies in de vaatwasser zetten zwei Maschinen (voll) Wäsche waschen - twee machines (vol) was draaien Kaffeemaschine - koffiezetapparaat Nähmaschine - naaimachine |
2) Flugzeug -
vliegtuig Die Maschine hatte Verspätung. - Het vliegtuig heeft vertraging. |
3) deel van de uitdrukking: motor Er fährt eine schwere Maschine. - Hij rijdt een zware motor. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Maschine | de machine (v) ; het toestel |
Maschine | machine ; machineriën ; machines |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `Maschine`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnlageDE: ApparaturDE: AutomatDE: EinrichtungDE: GerätDE: GetriebeDE: InstrumentDE: MaschinerieDE: MechanikDE: Mechanismus