1. MWB
  2. Vertalen
  3. Instrument (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Instrument > EN • Instrument > ES • Instrument > FR
Vertalingen Instrument DE>NL

das Instrument

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɪnstruˈmɛnt]
Verbuigingen:  Instrument(e)s , Instrumente

1) ein Gegenstand, mit dem man Musik macht muziek - instrument
Spielst du ein Instrument? - Bespeel jij een instrument?
Blasinstrument - blaasinstrument
Saiteninstrument - snaarinstrument

2) feines, kompliziertes Werkzeug für bestimmte Arbeiten - instrument
chirurgische / optische Instrumente - chirurgische / optische instrumenten
Bei schlechter Sicht muss sich der Pilot auf die Instrumente verlassen. - Bij slecht zicht moet de piloot op zijn instrumenten vertrouwen.

3) etw., womit man etw. erreichen kann - instrument
Diese Maßnahme ist ein untaugliches Instrument zur Krisenbewältigung. - Deze maatregelen is een ongebruikelijk instrument om de crisis te beheersen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Instrument apparaat ; het gereedschap ; het hulpmiddel ; het instrument ; het muziekinstrument ; toestel ; het werktuig
Instrument instrument ; instrumenten paneel ; vlieginstrument
Bronnen: Wikipedia; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `Instrument`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anlage
DE: Apparatur
DE: Automat
DE: Einrichtung
DE: Gerätschaften
DE: Hilfsmittel
DE: Maschine
DE: Musikinstrument
DE: Utensil
DE: Vorrichtung