1. MWB
  2. Vertalen
  3. Gerät (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Gerät > EN • Gerät > ES • Gerät > FR
Vertalingen Gerät DE>NL

das Gerät

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gəˈrɛːt]
Verbuigingen:  Gerät(e)s , Geräte

1) Werkzeug o. Ä., das dazu dient, eine Arbeit auszuführen - apparaat , gereedschap
landwirtschaftliche Geräte - landbouwgereedschap
Geräteschuppen - schuur voor gereedschap

2) ein technisches Gerät, das mit Strom funktioniert - apparaat , gereedschap
Elektrogerät - elektrische apparatuur
Fernsehgerät - televisietoestel

3) Hilfsmittel zum Turnen wie Reck, Barren und Ringe sport - apparaat
Geräteturnen - turnen met toestellen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Gerät apparaat (znw.) ; de apparatuur (v) ; de gereedschap ; de gereedschappen ; het gerei ; handwerktuig (znw.) ; het hulpmiddel ; de instrument ; de instrumenten ; de machine (v) ; het toestel ; de werktuig (m) ; de werktuigen
Gerät gereedschap ; machinetype ; werktuig
Bronnen: Horecagids; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Gerät`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anlage
DE: Apparatur
DE: Automat
DE: Einrichtung
DE: Gerätschaften
DE: Hilfsmittel
DE: Maschine
DE: Utensil
DE: Vorrichtung