Vertaal
Naar andere talen: • liefern > ENliefern > ESliefern > FR
Vertalingen liefern DE>NL

I liefern

werkw.
Uitspraak:  [ˈliːfɐn]

1) zum Kunden bringen - leveren
Die Möbel wurden termingerecht geliefert. - De meubels werden binnen de termijn geleverd.
Wir liefern frei Haus. - Wij leveren franco huis.
Lieferwagen - bestelwagen
uitdrukking geliefert sein

2) produzieren, erzeugen, geben - leveren
Der Vorfall wird uns noch viel Gesprächsstoff liefern. - De gebeurtenis zal ons nog veel gespreksstof geven.
Er konnte keine Beweise für seine Theorie liefern. - Hij kon geen bewijzen voor zijn theorie leveren.
uitdrukking sich mit jemandem einen Kampf liefern


II die Lieferung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈliːfəŋ]
Verbuigingen:  - , -en

1) deel van de uitdrukking: levering
Er hat pünktliche Lieferung versprochen. - Hij heeft belooft stipt te leveren.

2) deel van de uitdrukking: aflevering
Die nächste Lieferung kommt morgen. - De volgende aflevering komt morgen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
liefern (ww.) distribueren (ww.) ; verstrekken (ww.) ; verlenen (ww.) ; verdelen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; toeleveren (ww.) ; thuisbezorgen (ww.) ; schenken (ww.) ; ronddelen (ww.) ; overhandigen (ww.) ; orderen (ww.) ; leveren (ww.) ; geven (ww.) ; brengen (ww.) ; bezorgen (ww.) ; bestellen (ww.) ; afleveren (ww.) ; afgeven (ww.) ; aanleveren (ww.)
das Liefernde uitlevering (v) ; de overdracht ; het afstaan ; de aflevering (v)
liefern afleveren ; opleveren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `liefern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abgeben
DE: abliefern
DE: Ablieferung
DE: anfordern
DE: anliefern
DE: antransportieren
DE: Ausgeben
DE: ausliefern
DE: ausstellen
DE: austeilen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen ans Messer liefern NL: iemand overleveren
DE: der ist geliefert NL: die is er aan, hij is een verloren man