Vertalingen Lenken DE>NL
lenken
werkw.
1) die Fahrtrichtung eines Fahrzeugs bestimmen -
sturen Lass mich auch mal lenken! - Laat mij ook eens sturen! Er hat den Bus in den Straßengraben gelenkt. - Hij heeft de bus de greppel ingestuurd. |
2) etw. auf etw. richten, konzentrieren -
vestigen die Aufmerksamkeit auf sich lenken - de aandacht op zich vestigen ein Gespräch auf ein anderes Thema lenken - een gesprek op een ander onderwerp brengen |
3) beeinflussen, was jemand tut oder was geschieht, wie sich jemand / etw. entwickelt -
sturen ein Kind, das sich schwer lenken lässt - een kind dat zich moeilijk laat leiden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lenken (ww.) | leidinggeven (ww.) ; zenden (ww.) ; voeren (ww.) ; vliegtuig besturen (ww.) ; verwijzen (ww.) ; sturen (ww.) ; rijden (ww.) ; regeren (ww.) ; overstag gaan (ww.) ; overheersen (ww.) ; navigeren (ww.) ; mennen (ww.) ; meevoeren (ww.) ; macht uitoefenen (ww.) ; leiden (ww.) ; karren (ww.) ; heersen (ww.) ; gezaghebben (ww.) ; een paard mennen (ww.) ; coördineren (ww.) ; commanderen (ww.) ; bevel voeren over (ww.) ; begeleiden (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; aan het stuur zitten (ww.) |
lenken | besturen ; weer ; doolhof |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Lenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anordnenDE: ansteuernDE: ausschickenDE: befahrenDE: befehlenDE: beherrschenDE: dominierenDE: drehenDE: einweisenDE: fahrenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Pferd
lenken
NL: een paard mennenDE: die Blicke auf sich
lenken
NL: de blikken op zich vestigenDE: zum Guten
lenken
NL: ten goede keren