Vertaal
Naar andere talen: • kommen > ENkommen > ESkommen > FR
Vertalingen kommen DE>NL

kommen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkɔmən]

1) sich aus einer bestimmten Richtung oder von einem anderen Ort zum Sprecher bewegen - (aan)komen
wenn der Wind aus / von Osten kommt - als de wind uit / van het oosten komt
Wann kommst du wieder nach Hause? - Wanneer kom je weer naar huis?
Der nächste Bus kommt in wenigen Minuten. - De volgende bus komt over enkele minuten.
uitdrukking jemanden / etw. kommen lassen
uitdrukking Komm, ...!

2) ein Ziel erreichen - (aan)komen
Wie kommt man von hier zum Flughafen? - Hoe kom je vanaf hier op het vliegveld?
Wie weit seid ihr gestern im Buch gekommen? - Hoe ver zijn jullie gisteren in het boek gekomen?

3) zu einem Zeitpunkt geschehen - (aan)komen
wenn der Winter kommt - als de winter begint
uitdrukking etw. ist im Kommen
uitdrukking etw. kommen sehen
uitdrukking komme, was (da) wolle

4) als Folge von etw. geschehen - hoe komt het
Wie kommt es, dass ...? - Hoe komt het dat ...?
Das kommt davon, dass du so faul warst! - Dat komt er nu van dat je zo lui was!

5) einen Platz innerhalb einer Reihenfolge haben - komen
Wer kommt als Erster / Nächster? - Wie is komt als eerste / volgende?
uitdrukking Wer zuerst kommt, mahlt zuerst!

6) aus einem Land, einer Familie o. Ä. stammen - komen uit
Die Kartoffel kommt aus Südamerika. - De aardappel komt uit Zuid-Amerika.

7) irgendwo aufgenommen, untergebracht werden - komen uit
ins Krankenhaus kommen - in het ziekenhuis komen
Sie ist schon mit fünf in die Schule gekommen. - Zij is al met vijf jaar naar school gegaan

8) eine Institution verlassen - komen uit
Wann kommt er wieder aus dem Gefängnis? - Wanneer komt hij weer uit de gevangenis?

9) gezeigt, gesendet werden - komen
Heute kommt ein Krimi im ersten Programm. - Vandaag komt er op de eerste zender een krimi.
Gleich kommen die Nachrichten. - Zo meteen komt het nieuws.

10) deel van de uitdrukking:
uitdrukking an etw. kommen
uitdrukking auf etw. kommen
uitdrukking auf jemanden / etw. kommen
uitdrukking hinter etw. kommen
uitdrukking nach jemandem kommen
uitdrukking um etw. kommen
uitdrukking zu etw. kommen
uitdrukking es kommt zu etw.
uitdrukking (wieder) zu sich kommen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kommen (ww.) aankomen (ww.) ; verzeilen (ww.) ; terechtkomen (ww.) ; terecht komen (ww.) ; komen (ww.) ; geraken (ww.) ; bereiken (ww.) ; belanden (ww.) ; arriveren (ww.)
das Kommende overkomst (v) ; de komst (v) ; de intrede ; de intocht (m) ; de entree (v) ; de binnenkomst (v) ; de aankomst (v)
kommen klaarkomen ; over
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kommen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anfang
DE: angelangen
DE: Ankunft
DE: antreten
DE: Antritt
DE: aufschlagen
DE: eindringen
DE: einkommen
DE: Einnahme
DE: eintreffen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: es kommt ihm der Wunsch NL: de wens komt in hem op
DE: nicht in Frage kommen NL: niet in aanmerking komen
DE: ums Leben kommen NL: om het leven komen
DE: um seinen Besitz kommen NL: zijn bezit verliezen
DE: zu Geld kommen NL: rijk worden
DE: auf den Hund kommen NL: aan lager wal geraken
DE: einem frech kommen NL: brutaal tegen iemand zijn
DE: zustatten kommen NL: te pas komen
DE: der Motor kommt NL: de motor slaat aan